Grote Munsterlander

 

 

De Grote Munsterlander

FCI Classificatie:
Rasgroep VII Voorstaande jachthonden
Sectie 1.2 continentale voorstaande jachthonden type spaniel, met werkproef

Rasstandaard:

Schofthoogte: Reu 60-65 cm. Teef 58-63 cm.

Gewicht: Ongeveer 30 kg.

Verschijning:

Krachtige, gespierde lichaamsbouw, met daarbij een algeheel elegant voorkomen, uitdrukking van intelligentie en adel.

Droge belijning.

Aard:

De belangrijkste eigenschappen zijn gehoorzaamheid, leerbaarheid en betrouwbare bruikbaarheid voor de jacht, voor en na het schot.

Kleur: Zwartschimmel of wit met zwarte platen of stippen

Vachtsoort: Langharige, dichte en licht golvende vacht, met een rijke bevedering aan voor- en achter poten en aan de staart een vlag.

Gem. Leeftijd: 12-13 Jaar

Geschiedenis van het ras:

De GM’s kwamen al voor de negentiende eeuw voor en staan afgebeeld op een verschillende schilderijen, zoals die van Ludwig Passini (1850). Rond 1860 fokte een rentmeester- Ludwig von Hamm uit Coesfeld  (West-Münsterland) dit ras. Afkomstig van de Spioen zoals alle langharige staande jachthonden uit die tijd. Deze stond  bekend als Wasser- of Fasanenhund. Doordat de jacht methode veranderde (jachtgeweren) en de jacht niet meer alleen was voorbehouden aan de hoge heren en adel, werd tussen 1848 en 1870 alles door elkaar gefokt om er o.a. meer snelheid in te krijgen. (fokmateriaal hiervoor van uit Engeland gehaald Setters en Spaniëls) In 1870 besloot men tot het oprichten van jachthonden verenigingen om door fokprogramma’s tot verschillende typen te komen.

 

In 1879 werden de rasstandaarden voor de Duitse Staander Langhaar en – korthaar vastgelegd. In de Raseigenschappen van deze hond werd vastgelegd dat alleen de kleuren Wit en Bruin mochten voorkomen. Toch kwamen er in de nesten nog puppy’s voor met zwart / witte kleurschakering. Na 1908 werd voor deze honden geen stamboom meer verleend. Om dit fok materiaal niet te laten verdwijnen, zijn de liefhebbers van het oude type, verenigd in de “verein fur die reinzucht des langhaarigen Große schwartz-weisse Münsterländer Vorstehhundes” -opgericht in 1919-, verder gaan fokken om de oude raseigenschappen terug te krijgen. Men begon met  honden waarvan vaststond dat de ouders zwart – wit waren. Deze kwamen op de 83 honden tellende “Urliste”  Bekende namen uit deze vereniging Vom Walde en Westmark. De pups uit de bloedlijnen : “Halterner, Borkener en Heiden ” werden gekruisd. Wanneer na een jaar bleek dat ze zwart – wit waren en de kwalificatie ‘goed’ haalden, werden het De Grote Münsterlanders genoemd.

Karakter:

De Grote Münsterlander heeft een levendig karakter, zonder nerveus te zijn. Hij is eigenzinnig, vrolijk, schrander en dapper. Hij is beslist geen “doetje”. De Grote Münsterlander heeft een goede en uiteraard consequente baas nodig.

 Het meest in zijn element is hij samen met zijn baas in het jachtveld, ongeacht of dit veld gelegen is in ontoegankelijke duingebieden aan de kust of op de eilanden; in wijde polders met veel water; in hooggelegen open bossen

 of in laaggelegen en moerassige dichte dekking.

In kleverige bietenvelden en stoffige akkers op de hoenders;in doornige wallen en messcherpe rietkragen

    op de fazanten;

   in ruige heide en dichte struiken op de konijnen;

 op stoppelvelden en groene weiden op de hazen;

 in vaarten en plassen op eenden;

 in open water op de ganzen;

 

 overal staat hij zijn mannetje en doet de vele en verre en bijna onmogelijke boodschappen voor zijn baas.

Hij is ook waaks en bovendien onvermoeibaar en gehard in slecht weer.

Als hij voldoende beweging en aandacht krijgt kan hij uitstekend als huishond gehouden worden.

        

Doet u een beroep op de jachtkwaliteiten van de hond dan zult u versteld staan van de passie en slimheid waarmee hij wild opspoort en apporteert.

        

Als u de nodige tijd aan de opvoeding van de hond wilt besteden en aan de dagelijkse beweging, heeft u aan de Grote Münsterlander een onvergetelijke metgezel.